CO2-opruimer: voedselbos in gemeente Eerbeek
Voorjaar 2020 fietste Henk Hendriks vanuit Wageningen terug naar zijn woonplaats Utrecht na een introductiecursus voedselbossen. Opeens begonnen de kwartjes te vallen. Tijdens zijn werk in projecten in Ethiopië had hij ervaring opgedaan met permacultuur en voedselbossen. Waarom niet hetzelfde systeem toepassen als landbouwmethode in Nederland, de bodem verbeteren en een rendabel en ecologisch sterk systeem neerzetten door met de natuur samen te werken?
Hij kreeg de kans om een perceel te kopen in de gemeente Eerbeek om zijn plannen te realiseren.
Henk: ‘Het doel is om het Voedselbos te laten uitgroeien tot een ecologisch systeem wat weerstand heeft tegen plagen, droogte en veel neerslag. We volgen daarbij de beschrijving van Stichting Voedselbos: een toplaag (noten- en kastanjebomen) en minimaal 3 andere lagen. Wij planten ook de tussenlaag (bomen tot 10 meter hoog o.a. appel en perenbomen), de hoge struiklaag (tot 5 m hoog, bv olijfwilgen en krenten) de lage struiklaag (tot 2 m aalbessen, jostabessen frambozen etc). Dit systeem planten we in 3 jaar aan. Hiermee spreiden we het risico van extreme droogte. Bovendien wordt de grond steeds beter waardoor de kwetsbare soorten betere kansen krijgen.
Trots zien we dat het bodemleven toeneemt en de bomen groeien. De lijnen in het voedselbos worden weer zichtbaar als de kruiden aan het einde van het seizoen neerslaan. Ook zij dragen bij aan CO2-opslag en voegen humus toe aan de bodem. Penwortels en wormen breken de bodem genadeloos open en maken ruimte voor bodemleven. Bovengronds worden zaden en insecten gegeten door vogels. Winterkoninkjes en roodborstjes zijn nu al vaste bezoekers van het voedselbos.
We richten ons op consumenten die bereid zijn om zelf fruit te plukken. Abonnementhouders plukken dan kersvers onbespoten fruit. Waarvoor geen kunstmest is gebruikt in een mooi ecologisch gebied, voor de standaard winkelprijs. Het abonnement is een CSA systeem (community supported agriculture), je deelt dan in het oogst risico. Daarnaast leggen we de eerste contacten met het mkb: restaurants, bakkerij en boerderijwinkels om producten te verkopen. Maar ook de losse verkoop aan de poort is een verkoopkanaal waarmee consumenten de ontwikkeling steunen.’
